Het Europees parlement bereikte nipt geen meerderheid om haar vetorecht te gebruiken tegen de door de lidstaten afgezwakte uitstootnormen voor dieselwagens. “Een groot deel van het parlement wilde dat vetorecht wel gebruiken maar jammer genoeg zijn de christen-democraten gezwicht voor de druk van de lidstaten en de autolobby,” zegt een ontgoochelde vice-voorzitter van de sociaal-democraten Kathleen Van Brempt.

Niet alleen sjoemelden autoconstructeurs zoals Volkswagen met software om de uitstoot van hun wagens gunstiger voor te stellen, ook in de testprocedures werd al jaren een loopje genomen met de werkelijke uitstoot. “Op testparcours worden auto’s zo gemanipuleerd dat de resultaten in niets te vergelijken zijn met wat een auto op de weg presteert,” zegt Kathleen Van Brempt. “In echte rijomstandigheden stoten dieselwagens vier tot vijf keer meer uit dan in die labo-omstandigheden. Daarom hebben wij een nieuwe test voorgesteld, de Real Driving Emission test, die de uitstoot meet op de weg. Maar vorig jaar besliste een technisch comité van ambtenaren van de lidstaten dat de afwijkingsnormen zo hoog mogen liggen dat auto’s nog steeds dubbel zoveel kunnen uitstoten dan de toegelaten norm. Die norm werd al in 2007 vast gelegd op 80 milligram stikstofoxide per kilometer. De sector heeft dus voldoende tijd gehad om zich daaraan aan te passen.”

De beslissing van de lidstaten om de constructeurs alsnog wijd openstaande achterpoortjes te gunnen, zorgde niet alleen in de media voor opheft, maar ook bij verschillende fracties in het Europees parlement. “De lidstaten lappen eigenlijk een democratische beslissing van het Europees parlement aan hun  laars door constructeurs zwaar van de norm te laten afwijken. Daarom wilden wij dat het parlement een veto uitsprak tegen de beslissing van de lidstaten.”

De afgelopen weken werd er door de lidstaten en de autolobby zware druk uitgeoefend op de Europese parlementsleden. “Op vraag van de sociaal-democraten probeerde de Commissie nog tegemoet te komen aan een aantal bezwaren. Zo stelt de Commissie voor om die afgezwakte normen via een herzieningsclausule in 2017 al aan te scherpen en tegen 2023 zelfs helemaal te laten uitdoven. Maar zelfs daaraan weigeren de lidstaten constructief mee te werken. Het is onbegrijpelijk dat de regeringen van de lidstaten de verkoop van vervuilende dieselwagens belangrijker vinden dan de gezondheid van hun burgers. Er sterven in de EU jaarlijks 400.000 mensen vroegtijdig als gevolg van luchtverontreiniging. Ik mag hopen dat de milieuministers in de lidstaten nu de moed zullen hebben om aan hun burgers uit te leggen waarom ze voorrang geven aan de verkoop van vuile dieselwagens. Ik denk in het bijzonder ook aan Vlaams milieuminister Schauvliege, die ik uitnodig om te verduidelijken waarom de CD&V parlementsleden in het Europees parlement hebben ingestemd met afwijkingsnormen die voor het dubbele van de toegestane uitstoot zullen zorgen.”

MEPs involved
Head of delegation
Member
Belgium