Maak het cohesiebeleid niet kapot!

migrant workers EU building site

Velen beschouwen Frankfurt als het financiële centrum van de EU en dus als haar economisch kloppende hart. Hetzelfde kan gezegd worden van onze nationale hoofdsteden en twee of drie van de grootste steden in elke lidstaat. De meeste Spaanse rijkdom is geconcentreerd in Madrid en Barcelona. Maar hangt de toekomst van de EU alleen van hen af?

Wij, de Socialisten en Democraten, zijn ervan overtuigd dat dit niet het geval is - en ook niet kan zijn. In feite zal Spanje een succesvolle samenleving zijn als we het hele potentieel van onze natie ontsluiten - van Madrid tot de ultraperifere regio's zoals de Canarische Eilanden en de landelijke gebieden van Murcia. Hetzelfde geldt zeker voor de EU - van Frankfurt tot de meest noordelijke regio's van Finland en de gebieden die getroffen zijn door de klimaatnoodsituatie waarin we leven, in het bijzonder de dorpen en kleine steden die te lijden hebben onder verwoestende branden en overstromingen in Polen, Kroatië en Griekenland.

De EU werd geboren als een project met een sociaal hart. Zo kon ze haar burgers ervan overtuigen dat ze niet iets abstracts was, maar integendeel - iets waar ieder van hen persoonlijk veel baat bij had. Eerst - uit de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog en opnieuw - na het einde van de Koude Oorlog. Een van de beste incarnaties van dit alles was en is het cohesiebeleid. Miljoenen Europeanen vonden werk in kleine en middelgrote ondernemingen die werden gesteund door het cohesiebeleid, kinderen konden naar school, levens werden gered in ziekenhuizen die werden gebouwd met geld van het cohesiebeleid en mensen maakten gebruik van de EU-infrastructuur die met deze middelen werd verbeterd om naar deze scholen en ziekenhuizen te gaan.

De Europese Commissie heeft onlangs haar negende verslag over de economische, sociale en territoriale cohesie gepubliceerd, wat ons de gelegenheid biedt om de balans op te maken en de belangrijkste factoren met betrekking tot dit grote Europese beleid samen te vatten.

Allereerst moeten we het hardop zeggen: dood het cohesiebeleid niet! Sommige groepen aan de rechterzijde van het politieke spectrum van de EU trekken de noodzaak van dit belangrijke investeringsinstrument openlijk in twijfel. Erger nog - daarbovenop komt de zorgwekkende trend om geld af te nemen voor andere legitieme en dringende behoeften waarmee onze Unie wordt geconfronteerd. Het is waar dat het economisch herstel na de pandemie, de energiecrisis en alle andere gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne ongetwijfeld het gebruik van EU-geld vereisen. Voor de S&D-Fractie mag dit echter in de regel niet ten koste gaan van de cohesiefondsen die bedoeld zijn voor investeringen in de toekomst. In feite is dit de eerste plaats waar de beleidsmakers van rechts aan denken als het gaat om het vinden van geld om elke grote crisis waarmee we geconfronteerd worden aan te pakken. Dit is deels te wijten aan de verkeerde traditionele opvatting dat het cohesiebeleid een besparingsbeleid is voor sommige lidstaten en een uitgavenbeleid voor de rest. Een voorbeeld van een win-winsituatie voor Poolse werknemers en Bulgaarse burgers: het is waar dat de nieuwe trams in Sofia zijn gefinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Maar het is ook waar dat deze trams zijn geproduceerd en geleverd aan Sofia door een Pools bedrijf in de stad Bydgoszcz.

Ten tweede, moeten we doorgaan met het BBP als enige indicator om te bepalen of een regio EU-geld nodig heeft voor zijn ontwikkeling? Dit is een vraag die we moeten bespreken met het oog op de toekomst van het cohesiebeleid. Moeten we naast het bbp ook een reeks indicatoren definiëren die rekening houden met sociaaleconomische aspecten zoals werkloosheidspercentage, opleidingsniveau en toegang tot gezondheidszorg? En hoe zit het met het toevoegen van klimaat- en milieuaspecten, zoals de mate waarin een regio is blootgesteld aan de gevolgen van klimaatverandering en wat de aanpassingsbehoeften zijn? Onze regio's verschillen enorm en zo ook hun behoeften; alles uitsluitend baseren op het BBP zou in de toekomst wel eens niet de beste oplossing kunnen zijn.

Ten derde is het vaak zo dat de grootstedelijke gebieden van grote Europese hoofdsteden omringd zijn door kwetsbare gebieden met zwakke sociaaleconomische indicatoren. Dit noemen we intraregionale verschillen. Dit probleem moet in het toekomstige cohesiebeleid worden aangepakt door overal het economisch potentieel te mobiliseren en kwaliteitsbanen te creëren.

En wat te denken van een grotere betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de besluitvorming over, de uitvoering van en het toezicht op het gebruik van de fondsen? Dit zou een betere manier zijn om slimmer te investeren, de absorptie van EU-fondsen te vergroten en het resultaat dichter bij de echte problemen van burgers te brengen.

Ten vijfde, de drukkende kwestie van ontvolking. Het cohesiebeleid moet investeren in menselijk kapitaal; ervoor zorgen dat mensen het recht hebben om in hun regio te blijven, zodat de groei in de EU-regio's in evenwicht is. Het bieden van connectiviteit, zoals snelle internetverbindingen, ook in bergachtige en plattelandsgebieden, is van cruciaal belang. Nadat we onze inspanningen jarenlang op stedelijke gebieden hebben gericht, is het nu tijd om de focus te verbreden en de Territoriale Agenda 2030 voor de EU een relevante rol te geven, zoals het Europees Parlement onlangs heeft geëist.

Al deze vragen zijn op tafel gelegd. De Socialisten en Democraten hebben de antwoorden, en wij geloven dat niemand achterlaten niet slechts een slogan is. Het is een politieke agenda die we bereid zijn uit te voeren. Als de EU faalt in het cohesiebeleid, zou dat een onvergeeflijk cadeau zijn aan extreem rechts.

Marcos Ros Sempere is Spaans lid van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement. Hij is de woordvoerder van de fractie in de EP-commissie voor regionale ontwikkeling.

Betrokken leden van het Europees Parlement
Coördinator, Lid
Spanje
S&D perscontact