Moderne slavernij aanpakken: EU heeft eindelijk een instrument

Forced labour china

Europa kan geen waarden exporteren en producten importeren die gemaakt zijn met dwangarbeid. Het feit dat de Europese Unie eindelijk een wet heeft om dergelijke producten op de EU-markt te verbieden, is een van de grootste successen van deze zittingsperiode en een overwinning voor de progressieve krachten in het Europees Parlement. Nu moeten we ervoor zorgen dat de wet goed wordt geïmplementeerd en werkt. Overhemden, schoenen of auto's die gemaakt zijn door tot slaaf gemaakte Oeigoeren, Turkmenen of dwangarbeiders waar dan ook, zouden niet meer in onze winkels verkocht mogen worden.

Je zou denken dat slavernij verleden tijd is, maar dat is niet zo. Neem bijvoorbeeld Turkmenistan, de 10e grootste katoenproducent ter wereld en een van de meest gesloten en repressieve regimes dat zelden de aandacht van de media trekt. Elk jaar, tijdens het katoenseizoen van augustus tot december, dwingt de regering tienduizenden arbeiders uit de publieke en private sector om katoen te plukken.

Ruslan Myatiev, een van deze slachtoffers, vertelde ons tijdens ons evenement in Brussel over dwangarbeid: "Leraren en artsen worden gedwongen katoen te plukken tot de laatste bal onder verschillende bedreigingen, waaronder beëindiging van het dienstverband. Mensen worden net als vee vervoerd in open vrachtwagens of trekkerwagentjes. Bij aankomst worden ze gedwongen om 20 tot 30 kilo katoen op te rapen. Gemiddeld hebben ze drie dagen katoenploeg in een week." Myatiev woont nu als journalist en mensenrechtenactivist in Nederland, waar hij asiel kreeg, en runt Turkmen.news, een onafhankelijk onderzoeksportaal. "De regering beweert dat katoen wordt geoogst door machines en vrijwilligers, maar dat is een leugen. De geheime politie probeert onze waarnemers die dwangarbeid documenteren het zwijgen op te leggen. Ze verzinnen strafzaken tegen hen en sturen ze voor vele jaren naar de gevangenis."

Vandaag de dag zijn er over de hele wereld 28 miljoen mensen gevangen in de handen van mensenhandelaren, of soms van staten, die hen dwingen te werken voor weinig of geen loon. 12% van hen zijn kinderen. Deze handel in menselijke ellende bloeit ondanks internationale inspanningen om er een einde aan te maken. Bijna 100 jaar na de goedkeuring van de historische conventie over dwangarbeid (1930) schat de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) dat dwangarbeid 217 miljard euro illegale winst per jaar oplevert - een dramatische stijging van 37% sinds 2014. Het is vergelijkbaar met een economie van die van Portugal.

De kans is groot dat het t-shirt dat je draagt gemaakt is van katoen dat besmet is met mensenrechtenschendingen, zonder dat je dit weet. Als het niet in Turkmenistan is geoogst, kan het wel uit de Xinyang regio in China komen, waar naar schatting meer dan 2 miljoen mensen, voornamelijk Oeigoeren, het risico lopen op dwangarbeid. Ze worden gedwongen te werken in arbeidsintensieve sectoren, waar ze niet alleen katoen of tomaten oogsten, maar ook speelgoed, meubels en elektronica in elkaar zetten, kleding naaien of polysilicium verwerken.

Hoe komen dwangarbeidproducten in de winkels van de EU terecht? In het geval van Turkmeense katoen importeren sommige EU-landen zoals Polen of Italië rechtstreeks Turkmeense garens, maar vaak komen ze in de toeleveringsketens van merken die in de EU verkopen terecht via derde landen zoals Turkije, China en Pakistan. Het is onaanvaardbaar dat sommige Europese merken en bedrijven medeplichtig zijn. Maar vergis je niet - dwangarbeid komt overal voor, ook binnen de Europese Unie, waar volgens de IAO de meerderheid van de 1,3 miljoen slachtoffers van dwangarbeid in 2018 migranten waren die van de ene EU-lidstaat naar de andere migreerden.

Nu hebben we een historische kans om moderne slavernij te bestrijden, zowel in de Europese Unie als wereldwijd. Na jaren van mobilisatie van burgers en politieke gevechten zal de EU na maanden van moeizame onderhandelingen de allereerste Europese wet hebben die verbiedt dat producten die met dwangarbeid zijn gemaakt, op de EU-markt worden verkocht. Het is de hoogste tijd. De VS en Canada hebben hun wettelijke instrumenten al.

Voor ons, de S&D-Fractie, is het zeker een reden om trots te zijn. We hebben als fractie om deze nieuwe wet gevraagd, vervolgens hebben we het proces in het Parlement geleid en zijn we tot een overeenkomst gekomen. Het lijdt geen twijfel dat de Commissie in het begin erg terughoudend was. Toen ze uiteindelijk toegaf aan onze eis en een wetgevingsvoorstel indiende, probeerden veel conservatieven in het Europees Parlement het voorstel te vertragen en af te zwakken.

De uiteindelijke overeenkomst die met de EU-lidstaten is bereikt, is niet zo ambitieus als we hadden gewild, maar wel goed. We zijn het eens geworden over een robuust instrument waarbij de Commissie onderzoek zal doen naar vermoedelijke gevallen van dwangarbeid buiten de EU, terwijl de bevoegde nationale autoriteiten van de 27 lidstaten zich zullen bezighouden met vermoedelijke gevallen van dwangarbeid binnen de EU. Als uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van dwangarbeid, geven de autoriteiten opdracht om de betreffende goederen uit de EU-markt en van online marktplaatsen te halen en aan de grens in beslag te nemen. De goederen moeten dan worden gedoneerd, gerecycled of vernietigd. Op ons verzoek zal de Commissie een database opzetten met een lijst van specifieke economische sectoren in specifieke geografische gebieden waar door de staat opgelegde dwangarbeid plaatsvindt. Deze database zal worden gebruikt om te beoordelen of er een onderzoek moet worden ingesteld.

Deze nieuwe wet is productgericht, niet bedrijfsgericht, wat betekent dat alle bedrijven zich aan het verbod moeten houden als ergens in hun toeleveringsketen dwangarbeid wordt geconstateerd. Dit is zeker goed nieuws voor alle bedrijven die last hebben van oneerlijke concurrentie van bedrijven die dwangarbeid gebruiken.

De wet kan echter alleen effectief zijn als hij goed wordt uitgevoerd. We moeten ervoor zorgen dat de relevante autoriteiten en de EU-Commissie over voldoende middelen beschikken om nieuwe taken uit te voeren, waaronder inspecties in derde landen. De samenwerking met onze internationale partners, met name de VS en Canada, zal essentieel zijn om te voorkomen dat handelaren die door het ene land worden geblokkeerd, hun dwangarbeidproducten ergens anders verkopen.

De eindstemming van het Europees Parlement over deze nieuwe wet vindt volgende week dinsdag plaats. Tijdens deze laatste plenaire vergadering van dit mandaat zullen we ook stemmen over nieuwe due diligence-wetgeving voor duurzaam ondernemen. Hierdoor zullen bedrijven verplicht worden om mensenrechten- en milieucontroles uit te voeren in hun waardeketens. Ook voor deze wet hebben we met succes gestreden. Beide wetten zullen elkaar aanvullen en ervoor zorgen dat de rechten van werknemers en milieunormen centraal staan in de internationale handel.

Maria-Manuel Leitão-Marques is S&D-Europarlementariër en co-rapporteur van het Europees Parlement voor het verbod op dwangarbeid in de Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO). Bernd Lange is S&D-Europarlementariër en voorzitter van de Commissie internationale handel (INTA).

Betrokken leden van het Europees Parlement