Te midden van de onophoudelijke aanvallen van extreme weersomstandigheden is het niet langer voldoende - hoe cruciaal ook - om de klimaatverandering te beperken. We moeten ook leren leven met de gevolgen, die zich hier en nu voordoen en die de meest kwetsbare Europese burgers en regio's het hardst treffen.
Uit recente bevindingen van het Europees Milieuagentschap blijkt dat Europa het snelst opwarmende continent ter wereld is. Klimaatgevaren tasten alles aan, van energie- en voedselzekerheid tot ecosystemen, infrastructuur en volksgezondheid. Alleen al in de Europese Unie hebben overstromingen, verwoestende bosbranden, verzengende hittegolven en langdurige droogte sinds 1980 enorme economische verliezen van meer dan 650 miljard euro veroorzaakt en 195.000 levens geëist. Volgens hetzelfde agentschap is er ongeveer €520 miljard per jaar nodig om de doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 te halen en om de Green Deal te implementeren.
Klimaatverandering verergert bestaande ongelijkheden omdat gemarginaliseerde gemeenschappen en regio's onevenredig zwaar worden getroffen door de klimaatverandering, waardoor ze vatbaarder worden voor de gevolgen van klimaatgerelateerde rampen, voedselonzekerheid en economische instabiliteit. Europese landen met een lager inkomen krijgen het zwaar te verduren, met hogere sterftecijfers en een grotere economische tol op hun BBP. En de grimmige voorspellingen geven aan dat deze rampen en sociale onrechtvaardigheden alleen maar erger zullen worden. Tegelijkertijd zijn de superrijken de drijvende kracht achter klimaatverandering. De rijkste 10% van de wereldbevolking is verantwoordelijk voor ongeveer 50% van alle emissies. Daarom is het verminderen van ongelijkheid essentieel om de klimaatcrisis aan te pakken.
Ons continent is slecht voorbereid om deze toenemende bedreigingen het hoofd te bieden. Daarom moeten we, naast ambitieuze inspanningen om de klimaatverandering te beperken, aanpassingsmaatregelen nemen om elke Europeaan te beschermen tegen de dure gevolgen. Degenen die het minst verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van broeikasgassen moeten niet de grootste lasten dragen van de overgang van fossiele brandstoffen. We hebben sociaal-ecologische bescherming nodig.
Centraal in deze visie staat onze oproep voor de ontwikkeling van een alomvattende EU-aanpassingswet - een wet die samenhangend, toekomstgericht en juridisch bindend is. Hoewel de huidige aanpassingsstrategie van de EU een cruciaal uitgangspunt vormt, mist ze de precisie en afdwingbaarheid die nodig zijn om tastbare resultaten te boeken. De door ons voorgestelde aanpassingswet moet duidelijke, meetbare doelen stellen en een holistische aanpak hanteren die de onderliggende sociale, economische en ecologische onrechtvaardigheden rechtstreeks aanpakt.
De aanpassingswet van de EU zal zich moeten richten op investeringen in natuurlijke oplossingen - de goedkoopste manier om de opwarming van de aarde tegen te gaan en tegelijkertijd de gevolgen voor steden en plattelandsgebieden tot een minimum te beperken. Het planten van bomen in steden zal de hitte-eilanden verminderen en ervoor zorgen dat burgers weer kunnen ademen, en investeringen in de bescherming van bodem, water en biodiversiteit zullen boeren helpen de schadelijke effecten van klimaatverandering het hoofd te bieden. Net als het Schadefonds op mondiaal niveau moet de wet prioriteit geven aan de economisch meest achtergestelde en klimaatgevoelige regio's van Europa, die het hardst worden getroffen en niet in staat zijn om de kosten zelf te dragen.
Voldoende financiering voor aanpassing is een ander essentieel element. Mensen die onverzekerd of niet goed verzekerd zijn en hun huis verliezen door overstromingen of bosbranden moeten worden beschermd. Daarom pleiten we voor de oprichting van een Europees verzekeringsklimaatfonds, gefinancierd door markten en verzekeringsmaatschappijen, om de weerbaarheid van Europese mensen en bedrijven tegen klimaatgerelateerde gevolgen te versterken. We moeten de beoordeling van klimaatrisico's op de financiële markt intensiveren en ervoor zorgen dat financiële actoren hun verantwoordelijkheid nemen voor mensen en de planeet. We moeten ook voldoende middelen uit de EU-begroting en van de Europese Investeringsbank aanwenden voor de financiering van aanpassingsmaatregelen die verder gaan dan klimaatmatiging. Het fiscaal beleid speelt een belangrijke rol in de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering, zowel het inkomsten- als het uitgavenbeleid. Grote bedrijven, grote vervuilers en de ultrarijken moeten hun deel betalen. We pleiten voor een permanent investeringsinstrument op EU-niveau om onze sociale en klimaatprioriteiten veilig te stellen.
Dit robuuste aanpassingskader en de financiering moeten gericht zijn op diegenen die het meest te lijden hebben onder de klimaatverandering. Werknemers in de buitenlucht bijvoorbeeld, die te maken krijgen met gevaarlijke weersomstandigheden zoals hittegolven, zouden geen enkel financieel risico mogen lopen en zouden moeten kunnen meebeslissen over aanpassingsmaatregelen op de werkplek. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie is het aantal hittegerelateerde sterfgevallen op het werk in de EU sinds 2000 met 42% gestegen. Het kader moet ook gericht zijn op werknemers in sectoren die van fossiele brandstoffen afstappen, zoals de auto- of energiesector. Beschermend arbeidsmarktbeleid in combinatie met omscholingsinitiatieven om banenverlies te voorkomen zijn essentieel om niemand achter te laten.
Klimaatverandering is niet alleen een milieuprobleem - het is een kwestie van sociale rechtvaardigheid. Elke claim om de mensen te dienen is hol als deze existentiële crisis wordt genegeerd. Aan de andere kant kan onze overgang naar een duurzame toekomst alleen slagen als deze geworteld is in sociale rechtvaardigheid, mensen hoop geeft voor de toekomst en niemand achterlaat - een Green Deal met een rood hart.
Iratxe García Pérez, voorzitter van de S&D-Fractie
Mohammed Chahim, S&D-vicevoorzitter voor de Green Deal